Recent mochten wij het resultaat van “Vismonitoring Zoete Rijkswateren en Overgangswateren t/m 2018” ontvangen. Dit zojuist verschenen rapport van Wageningen Marine Research (WMR) in opdracht van Rijkswaterstaat en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij (LNV) laat de waarheid zien over de visstandsontwikkelingen in de Rijkswateren. Een niet zo hoopgevend beeld waar al lang en veel over gesproken en gediscussieerd wordt. Nu zijn eindelijk de echte data voor iedereen toegankelijk bijeengebracht in een overzichtelijk rapport dat je hier kunt downloaden. Aanvullende detailgegevens omtrent o.a. lengte en gewichtsverdelingen kunnen bovendien gevonden worden op de website van WMR: https://wmropendata.wur.nl/site/zoetwatervis/

De visstandsontwikkeling over de gehele onderzoeksperiode vanaf de 90’er jaren tot heden wordt voor alle waterlichamen apart besproken en weergegeven in vele histogrammen. Wat helaas mist maar wat iedereen ook wel zelf kan invullen is een analyse van de oorzaak van de achteruitgang.

Met veel meer dan de constatering dat er een gebrek is aan betrouwbare gegevens over schubvisvangsten door de beroepsvisserij komt men niet, het ministerie van LNV zal hier ontegenzeggelijk als opdrachtgever een stokje voor hebben gestoken. Dit neemt echter niet weg dat het lezen van het hoofdstukje over de beroepsvisserij zeker de moeite waard is om te lezen.

Ook jammer is hoofdstuk 3.2 over de recreatieve visserij (of was het nu een sport?) waar het bekende discutabele huidige aantal van 1 miljoen recreatieve vissers (Er worden jaarlijks 580.000 VISpassen verkocht) wordt genoemd. Of dit getal is onzin, óf de BOA’s doen hun controlewerk niet goed aangezien het aantal recreatieve vissers wat zonder VISpas wordt aangetroffen (zie de diverse berichten hierover bij Sportvisserij Nederland en Federaties) nihil is. Het zou SVN sieren om toch eens uit te leggen waar deze cijfers vandaan komen.

Het doorvertalen van het logboekprogramma onder 2500 recreatieve vissers om inzicht te geven in de landelijke hengeldruk levert onbegrijpelijke getallen op waarbij de constatering “de onzekerheid in de data is echter nog steeds erg groot” vooral op de lachspieren werkt.

Verder is het voor de geïnteresseerden een lovenswaardig en lezenswaardig rapport.