In deze roerige tijden zoeken velen naar ontspanning, en omdat veel dingen even niet meer kunnen zoeken mensen deze ontspanning in de natuur. Vissen is een prima manier om in de buitenlucht te ontspannen, en voor mijzelf ook om ‘’de kop ff leeg te maken’’. De vispassen vliegen momenteel overal de deur uit, men haalt in dit soort tijden blijkbaar toch de hengel weer tevoorschijn en probeert een visje te verschalken. Zo las ik dat Wesley Sneijder bijvoorbeeld aan het feedervissen is geslagen aan het Amsterdam Rijnkanaal, en met succes. De combi van een winnaarsmentaliteit en een beetje redelijk materiaal moet zeker wel vis opleveren.

Als inwoner van Almere ben ik gezegend met een scala aan viswater, er is altijd wel een viswatertje in de buurt zoals de vaarten, vijvers, plassen en ‘’slootjes’’ die in Almere door elke wijk heen lopen. Opvallend was toch wel dat, ondanks het mooie weer en de beperkte lockdown van de afgelopen tijd, er weinig mensen gaan vissen in de slootjes voor de deur. Onterecht!

Visstandonderzoeken (in opdracht van HSV Almere) hebben in het verleden aangetoond dat er in de Almeerse sierwateren een zeer behoorlijke visstand aanwezig is. Ook zorgt de vereniging ervoor dat de bereikbaarheid van de oevers indien nodig aangekaart wordt. Helaas is veel sierwater door verschillende omstandigheden veel schoner dan een jaar of 10-20 geleden wat het vangen een stuk lastiger maakt. Ook slibben deze wateren vaak langzaam dicht en lijkt het onderhoud wat achterstallig. Deze factoren maken het vangen van een vis dus weliswaar lastiger maar zeker niet onmogelijk. Ik wil met dit verslagje een beeld geven van mijn visserij, deze keer van een vissessie aan het sierwater langs het Gerard Schultepad t.h.v. de bloemenbuurt in Almere Buiten. Hopelijk stimuleert dit verslagje u om zelf een keertje aan de slag gaan, u zult er snel een vis(je) vangen.

Waterdiepte: tot circa 1 meter (meestal ondieper: 70-100 cm)
Visbestand: Karper, snoek, baars, (ruis)voorn, brasem, kolblei. Snoekbaars en paling. De overige soorten worden weinig gevangen meen ik.
Waterplanten: tot aan mei relatief weinig, met het warmere voorjaar zijn daarna veel plekken begroeit met planten (tot aan de bodem!).

Hierboven wat gegevens van het water, maar hoe kun je er snel vis vangen? Simpel eigenlijk. Belangrijk is om met een peilloodje aan de haak een schone plek te zoeken. Eenmaal een plantenvrij plekje gevonden, is het zaak dat de antenne van de dobber een klein stukje stukje boven het water uit komt. Ik vis hier met de vaste hengel van ongeveer 6 meter, een telescoop hengeltje volstaat uiteraard ook prima. Met een tuigje van ruim 5 meter kun je dan driekwart breedte van de sloot overbruggen. Een lange hengel of feeder is hier niet nodig en ook niet handig.

Omdat ik op witvis vis, kies ik voor een allround voer. Je kunt een voornvoer nemen, maar je kan deze ook mengen met een brasemvoer. Kant en klare ‘’Allround’’ voertjes kun je bij elke hengelsportwinkelier krijgen. Ik kies vandaag voor een bruin voornvoer en daar doe ik wat zwartkleurig voornvoer doorheen. Ook al is het water wat troebeler dan normaal, ik kies toch altijd voor een wat donkerbruin voer dat zo min mogelijk contrasteert met de bodemkleur. Kleine vis schrikt hier naar mijn idee van en durft niet boven je voerplek te komen vanwege aanwezige roofvissen. Een donkerder kleur lokvoer is voor dit water eigenlijk altijd aan te bevelen. Ik bevochtig dit voer in twee etappes met een tussenpauze van 5 a 10 min. Het voer moet niet te droog zijn, dit valt bij het te water gaan namelijk direct uit elkaar en wolkt dan. De vis komt omhoog en aast boven de bodem naar de voerdeeltjes. Als je je dobber ondiep hebt uitgelood kan dit prima, maar ik wil dat de voerballetjes ter grootte van een mandarijn op de bodem uit elkaar vallen en dat daar de voerdeeltjes een beetje gaan werken (opstijgen). Zodoende trek je de voorn aan en ook brasem, die op de bodem aast, vindt zo n voerplek aantrekkelijker. Kies je dobber niet te zwaar; een slanke dobber of een peervormige dobber van 0.4 tot en met 1 gram is hier prima. Een relatief klein haakje (nr 18 of 16) en 12/00 of 14/00 nylon hoofdlijn en 10/00 nylon onderlijn is prima geschikt om witvis aan te vangen en drillen.

Vandaag is het windstil en het stroomt niet. Ik kies voor een peervormige dobber van 0,5 gram. Ik heb de dobber uitgepeild en vis met een ‘’staande haak’’, dat wil zeggen; vrijwel tot de bodem, de haak staat net boven de bodem. Mijn loodjes staan relatief dicht bij mijn haak, hoe verder je loodjes uit elkaar staan, hoe langzamer je haakje met je aas naar beneden daalt. Veel kleine vis pakt tijdens het ‘afzinken’ dan vaak al je aas terwijl de vaak wat dikkere vissen zich nog op de bodem bevinden. En die vangen we toch liever.

Omdat ik een kleine voerplek wil maken cup ik met met mijn cupsetje vier voerballen op de gepeilde plek. Hierna cup ik een handvol casters (gepopte maden) en wat kleine maden (pinkies) er boven op. Direct reageert de vis. Een mooie blankvoorn pakt mijn pinkie op de haak en het eerste half uur levert elke inzet een voorn op. Veelal kleine voorn met af en toe een uitschieter van 15 cm of iets groter nog zelfs. Prima vissen die op dunner materiaal zeker leuk zijn om te vangen. Na 45 min vissen wordt de vis kleiner. Ondertussen gooi ik om de paar gevangen vissen met de hand een paar losse casters of maden naar mijn voerplek. Zo onderhoud je je voerplek en blijft er aas voor de vis. Met een caster op de haak vang ik wel meteen een paar grotere vissen, maar daarna vallen de aanbeten weg. De vis lijkt, na een paar uur leuk te hebben meegedaan, verdwenen. Met een stukje rood kunstaas (de spro spaghetti) vang ik nog een paar visjes maar dan is het helemaal over. Tijd om in te pakken.

De sierwateren van Almere hebben over het algemeen nog een goed visbestand en je kunt er met weinig spullen maar met een goede basisaanpak leuke aantallen vis vangen. Dus sla dit soort wateren niet over en gooi er eens een hengeltje uit!

– Michael van den Brink